Voor zijn eerste toespraak na zijn verkiezingswinst vorig jaar oktober legde de nieuwe Braziliaanse president Jair Bolsonaro vier boeken voor zich op tafel: de Bijbel, de Grondwet, Churchills memoires over de tweede wereldoorlog en Olavo de Carvalho’s “Het Minimum Dat U Moet Weten Om Geen Idioot Te Zijn.”

Bij de eerste drie kunt u zich ongetwijfeld iets voorstellen, maar het laatste is buiten Brazilië nauwelijks bekend. Het betreft een bundel columns die Carvalho gedurende een periode van 20 jaar schreef voor een reeks bekende en minder bekende Braziliaanse publicaties. Met zo’n 350.000 verkochte exemplaren werd het een heuse bestseller.

De 71-jarige auteur is een voormalig astroloog, en zelfbenoemd filosoof, die online een enorme schare fans heeft weten te opbouwen, onder wie de Braziliaanse president en zijn drie zonen. De “goeroe van Bolsonaro” wordt hij ook wel genoemd.

Een jaar voor de presidentiële verkiezingen riep Carvalho zijn aanhangers op voor Bolsonaro te stemmen. In ruil, bood Bolsonaro hem na zijn verkiezingswinst een ministerspost aan. Carvalho weigerde beleefd.

In plaats daarvan schoof hij twee van zijn volgelingen naar voren. De 75-jarige theoloog Ricardo Vélez Rodríguez werd minister van onderwijs en derderangs diplomaat Ernesto Araújo werd minister van buitenlandse zaken

“Ik hoorde een paar jaar terug voor het eerst van Carvalho, maar nam hem nooit serieus,” zegt Eduardo Vilar Bonaldi, docent sociologie en politieke wetenschap aan de Universiteit van Santa Catarina. “Ik vond hem maar een clown. Maar nu hij twee ministers heeft benoemd moet ik hem wel serieus nemen.”

“Carvalho cultiveert zijn rol als buitenstaander,” vervolgt hij. “Hij heeft geen erkende positie binnen de universiteit of media. Hij schreef voor diverse publicaties, maar dat duurde nooit lang. Hij was wel een van de eersten in Brazilië die het Internet en de nieuwe media optimaal leerde gebruiken.”

“Daarmee creëerde hij een imago van de conservatieve intellectueel en man van de straat, want, vergeet niet, hij vloekt en scheldt erop los,” aldus Bonaldi. “De invloed van conservatief Amerika, zowel qua stijl als inhoud, is onmiskenbaar. Carvalho is in wezen het gezicht van de Tea Party in Brazilië.”

Sinds 2005 woont Carvalho ook in de Verenigde Staten. In Virginia om precies te zijn. In zo’n typisch houten huis met veranda. Afgezien van het feit dat hij zijn rol als buitenstaander koestert, was dat een voorname reden geen minister te worden.

Astroloog

Over Carvalho’s jeugd en jonge jaren in Campinas nabij Sao Paolo is weinig bekend, maar aanvankelijk wees niets in de richting van een loopbaan als filosoof of zelfs minister. Nadat hij begin jaren ‘70 een jaar in een psychiatrisch ziekenhuis verbleef, maakte hij aanvankelijk vooral carrière als astroloog.

Eind jaren ‘70 was hij een van de oprichters van Escola Jupiter in Sao Paolo als AstroScientia in Rio de Janeiro, waar hij cursisten hielp opleiden in het lezen der sterren. Ook publiceerde hij een tiental boeken op het gebied van astrologie, symboliek en metafysica.

Pas halverwege de jaren 90 verlegde hij zijn aandacht naar een aardser niveau: politiek en filosofie vooral. Eerst via kranten en tijdschriften, later vooral via zijn snel groeiende online imperium. Daar biedt hij tegen betaling cursussen aan, waaronder filosofie, hoewel hij zelf geen enkele academische achtergrond heeft.

Volgens de journalist en filosoof Joel Pinheiro Fonseca ligt de nadruk in de cursus op veel lezen en luisteren. Kritische vragen worden niet op prijs gesteld. Volgens hem lijkt het klasje van Carvalho in tal van opzichten op een sekte.

“Het ‘olavsime’ is als een religie die haar aanhangers afscheidt van de wereld,” schreef hij in Café Columbo. “Doel is de leerling ertoe te brengen de gewichtigheid en autoriteit van de meester te aanvaarden.”

Dominant in Carvalho’s denken, alsook in diens bundel Het Minimum Dat U Moet Weten Om Geen Idioot Te Zijn, is een bijna militant anti-links gedachtegoed dat echoot in de retoriek van Bolsonaro en de zijnen.

Zo is Carvalho van mening dat het militair afzetten van president Joao Goulart op 31 maart 1964 gèèn staatsgreep was. Carvalho omarmt de versie van het Braziliaanse leger aangaande het voorval, inclusief de nogal Orwelliaanse woordkeuze. Dat wil zeggen het was geen coup maar een “revolutie,” die een dreigende communistische revolutie wist te voorkomen.

Carvalho’s historisch besef laat daarbij nogal te wensen over. Alles wordt verklaard in termen van Cuba, Koude Oorlog en communistisch complot. Met geen woord rept hij over de sociale hervormingen die Goulart wilde doorvoeren tot ergernis van zowel de Braziliaanse grootgrondbezitters als Washington, dat tijdens de staatsgreep materieel en manschappen paraat had om eventueel een handje te helpen.

De militaire dictatuur zelf doet Carvalho af als een ‘noodzakelijk kwaad’ en ‘relatief mild’ in vergelijking met de repressie in linkse dictaturen. Bolsonaro is eenzelfde mening toegedaan. Volgens de oud-officier was de militaire dictatuur een tijdperk van “vrede en voorspoed.”

Verder is Carvalho nogal in de ban van het “cultureel marxisme,” een in conservatief Amerika gepopulariseerde theorie die inmiddels ook onder populisten in Europa veel aanhang heeft.

Kort: het kapitalisme moge de economische slag hebben gewonnen, maar sinds 1968 hebben marxisten langzaam maar zeker media, universiteiten en culturele instellingen overgenomen. Zo ook in Brazilië. Het doel, via een omweg, is het vernietigen van privaat eigendom en het omverwerpen van de westerse beschaving.

Om dat te voorkomen is volgens Carvalho militair ingrijpen toegestaan. Dat laatste zal voorlopig niet nodig zijn. Bijna een derde van de regering Bolsonaro, zelf oud-officier, heeft een militaire achtergrond – meer dan welke regering onder de voormalige dictatuur ook.

Afgezien daarvan zit de angst voor de “cultureel marxisten” er sowieso goed in. “Of ze gaan overzees of ze gaan naar de gevangenis,” zei Bolsonaro in oktober, hetgeen de daadwerkelijke keuze was voor dissidenten tijdens de dictatuur.

Carvalho’s man op onderwijs, Ricardo Vélez Rodríguez, sprak in een soortgelijke termen. Volgens hem was zijn missie: het bestrijden van cultureel marxisme in het onderwijs, omdat dat “patriotisme” en “een religieuze kijk op de wereld” in de weg zou staan.

Carvalho’s man op buitenlandse zaken, Ernesto Araújo, publiceerde vorige maand een essay in The New Criterion. Onder de noemer “Now We Do,” stelt de 51-jarige dat de Braziliaanse Arbeiderspartij het land, middels een systeem van “misdaad en corruptie,” in een soort van mini-Sovjetunie heeft veranderd.

De linkse overheersing van politiek, economie en cultuur is volgens hem “totalitair.” Zelfs de katholieke kerk is overgenomen door een “marxistische ideologie.”

Vergis u niet. God en kerk zijn nooit ver weg in het nieuwe Brazilië. Niet voor niets had Bolsonaro tijdens zijn eerste toespraak na de verkiezingswinst naast Carvalho ook de Bijbel op de tafel voor hem liggen. “Brazilië voor alles en God boven alles,” luidt immers zijn slogan.

Minister Araújo gaat nog een stapje verder. “Was het goddelijke voorzienigheid die de ideeën van Carvalho verenigde met de vastberadenheid en het patriotisme van Jair Bolsonaro,” schreef hij The New Criterion. “Ik denk van wel.”

Knack
December 25, 2019