‘Alles beter dan PT (Arbeiderspartij)’, was een veel gehoorde kreet onder de fans van Jair Bolsonaro tijdens de Braziliaanse verkiezingen vorig jaar oktober. Alles beter? Maar wat te doen met zijn waslijst controversiële uitspraken over de militaire dictatuur, het milieu en homo’s?
Ach, de soep wordt niet zo heet gegeten als opgediend, was vaak de repliek. De media maken van Bolsonaro een groter monster dan hij werkelijk is, en eenmaal verkozen draait hij wel bij.
Wel nu, op 1 januari jongstleden werd de 63-jarige ex-officier beëdigd als president en één ding is zeker: gezien zijn ministeriële benoemingen en besluiten kan de gedachte ‘dat het allemaal wel meevalt’ de prullenbak in.
De regering Bolsonaro is een mix van boeren, militairen, neoliberalen, een handjevol evangelisten en complot denkers. Vooral milieu en minderheden in Brazilië lijken loodzware jaren tegemoet te gaan.
Bolsonaro zat namelijk nauwelijks op zijn troon of hij tekende een besluit dat het beheer en afbakenen van inheemse reservaten onderbrengt bij het ministerie van landbouw onder leiding van Tereza Cristina Dias.
Bijgenaamd de “gifmuze,” vanwege haar voorliefde voor het vrijelijk gebruik van pesticiden, is Dias tevens het hoofd van de machtige landbouwlobby die, volgens sommigen, op tenminste een kwart van de stemmen in het Braziliaanse parlement kan rekenen. Volgens anderen controleert de “bandada ruralista” zelfs bijna de helft van het parlement.
Momenteel is nog zo’n 13% van Brazilië is beschermd inheems gebied, maar dat is al jaren een doorn in het oog is van de grootgrondbezitters die almaar meer land willen voor hun vee, mais en soja. Ter illustratie: in 2014 bezat minder dan 1% van alle landbouwbedrijven in Brazilië bijna 50% van alle vruchtbare grond.
Dias is al jaren prijsvechtster voor de intensieve landbouw. Tegenspraak stelt ze niet op prijs. Op 15 januari jongstleden noemde ze voormalig supermodel en VN-ambassadrice Gisele Bündchen een “slechte Braziliaan” omdat haar milieuactivisme het land een slechte reputatie zou geven.
Maar milieu en minderheden in Brazilië worden niet slechts bedreigd door Dias en haar mega-boeren.
Militaire macht
Als voormalig kapitein is Bolsonaro een groot bewonderaar van het leger. Volgens hem was er zelfs niks mis met de militaire dictatuur die Brazilië van 1964 tot 1985 in haar greep hield: het was een tijdperk van “orde en voorspoed.”
Vandaag de dag heeft liefst één op de drie van Bolsonaro’s kabinetsleden een militair verleden. Dat is meer dan welke regering onder de voormalige dictatuur ook. Zo zijn de huidige vicepresident, minister van defensie en “kabinetschef institutionele zekerheid” allen oud-generaals.
De laatstgenoemde, Augusto Heleno, leidde in 2005 een VN-operatie in Haïti en stuurde honderden blauwhelmen naar de sloppenwijk Cite Soleil om de crimineel Dread Wilme op te pakken. Wilme werd gedood, maar niet alleen hij. Volgens ooggetuigen kwamen ook tientallen omstanders om in een zee van kogels.
De inwoners van de Brazilaanse favela’s zullen de komende jaren nog weleens terugdenken aan Cite Soleil. In de sloppenwijken van Rio de Janeiro wordt het leger al ingezet. En met Heleno als mentor roept Bolsonaro om hardere straffen en meer bevoegdheden voor de politie, zonder angst voor vervolging. Eerst schieten en dan vragen is zijn motto. Immers: “de enige goede crimineel is een dode crimineel.”
Maar de invloed van het leger gaat verder dan defensie en veiligheid. Zo zijn de ministeries van Mijnen en Energie en Infrastructuur in handen van respectievelijk oud-admiraal Bento Costa Lima en voormalig legerkapitein Tarcisio Freitas.
En het verontrustende feit is dat het Braziliaanse leger in het verleden bar weinig gaf om milieu en minderheden en des te meer om kollossale bouwprojecten. Onder de dictatuur werd de Transamazonian Highway door amazoneregenwoud aangelegd en verschenen tal van dammen en waterkrachtcentrales.
Gevreesd wordt dat Costa Lima grote mijnen geen strobreed in de weg zal leggen in hun zoektocht naar goud en andere mineralen. Hetzelfde geldt voor Freita wanneer het gaat om infrastructuur.
Zo zal het Tapajos Basin-Plan vermoedelijk in een stroomversnelling geraken. Dit miljarden schema beoogt een veertigtal dammen en centrales in de noordelijke deelstaat Para te bouwen.
Het project heeft de steun van Dias en haar boeren: de dammen moeten de rivieren navigeerbaar zodat maken hun soja sneller aan de Atlantische kust geraakt. Indien alle geplande dammen worden gebouwd, zal een regenwoudgebied ter grootte van Frankrijk verloren gaan.
Het Nieuwe Evangelie
Minister van economie is Paulo Guedes. Deze 69-jarige bankier en belegger studeerde nog onder de “godfather” van het Amerikaanse neoliberalisme: Milton Friedman. Als heuse “Chicago boy” gelooft hij heilig in de vrije markt en hij staat te trappelen om zo snel mogelijk zoveel mogelijk van de Braziliaanse staatsbedrijven te privatiseren. Absolute hoofdprijs? De nationale oliegigant Petrobas.
Guedes was de reden waarom opvallend veel mensen in de financiële wereld, in Brazilië en daarbuiten, een voorkeur hadden voor Bolsonaro. Na 5 jaar economische crisis was Wall Street op zoek naar een “vriend van de markt,” aldus Brian Winter, hoofdredacteur van Americas Quarterly.
Een andere belangrijke bron van steun was de evangelische kerk die de laatste jaren enorm gegroeid is. Was in 1980 slechts 6.6% van de Brazilianen streng protestant, vandaag de dag is dat bijna een kwart.
Toch kreeg de kerk slechts één ministerspost. De 54-jarige Damares Alves is minister van vrouwen, familie, mensenrechten en alles wat met ’s lands bijna een miljoen indianen heeft te maken. Nou ja, alles behalve het beheer en af bakenen van inheems grondgebied. Dat doet het ministerie van landbouw.
Alves, een pastoor, heeft al regelmatig de aandacht op zich weten te vestigen met uitspraken als: ‘het is een nieuw tijdperk in Brazilië: jongens dragen blauw, meisjes dragen roze.’ En: ‘weet u waarom feministen niet van mannen houden? Omdat zij lelijk zijn en wij mooi.’
Olavo de Carvalho
De evangelisten hebben dus weinig directe zeggenschap, maar maakt u zich geen zorgen over het oerconservatieve karakter van de regering Bolsonaro, want hun afwezigheid wordt ruimschoots goedgemaakt door de indirecte aanwezigheid van Olavo de Carvalho.
De 71-jarige Carvalho is een voormalig astroloog en zelfbenoemd filosoof, in stijl en inhoud sterk beïnvloed door conservatieve schreeuwlelijkerds in de Verenigde Staten. Daar woont hij sinds 2005 ook. Carvalho orakelt en schrijft, heeft een radioprogramma en onderhoudt een enorm sociaal medianetwerk.
Een van de grote thema’s in Carvalho’s oeuvre is dat cultuur, media en onderwijs in Brazilië in handen zijn van een linkse elite. In economische zin is het land weliswaar enorm ongelijk en kapitalistisch, maar elders heerst het “cultureel marxisme”.
Bolsonaro is fan van Carvalho en bood hem zelfs een ministerspost aan. Maar dat liet Carvalho liever over aan twee van zijn volgelingen. De 75-jarige Ricardo Vélez Rodríguez is minister van onderwijs en vastbesloten is de sector “op te kuisen”.
De 51-jarige Ernesto Araújo werd minister van buitenlandse zaken. Volgens deze voormalige derderangsdiplomaat is zowel globalisering als klimaatsverandering een “Marxistisch complot”.
Ook Bolsonaro sprak tijdens de verkiezingen regelmatig over het opkuisen van linkse elementen in Brazilië. ‘Of ze gaan overzee, of naar de gevangenis’, zei hij tijdens een manifestatie in Sao Paolo. ‘Het zal de grootste schoonmaak in de Braziliaanse historie zijn’.
Fans van Bolsonaro zullen ongetwijfeld stellen dat het slechts retoriek is en dat de soep niet zo heet wordt gegeten als opgediend. Echter, we kennen allemaal de nogal onfrisse geschiedenis van het woord “opkuisen” wanneer het gaat om bevolkingsgroepen.
En, laten we wel wezen, het was niet conservatief rechts Brazilië dat tijdens de zeer recente dictatuur werd gemarteld, vermoord, of simpelweg verdween. Geen wonder dus dat links Brazilië op haar hoede is en voorlopig even helemaal geen soep hoeft.
MO Magazine
22 januari, 2019